Sports Motion lab

In de vorige blog hebben we de adem efficiëntie en de rol van CO2 daarbij beschreven. In deze blog beschrijven we hoe we de adem efficiëntie in rust en tijdens inspanning kunnen meten en welke factoren je ademhaling sturen.

Hoe meten we de adem efficiëntie tijdens een ademgasanalyse?

Tijdens een ademgasanalyse meten we hoeveel zuurstof (VO₂) je lichaam opneemt en hoeveel koolstofdioxide (VCO₂) je uitblaast. Daarnaast kunnen we meten hoeveel lucht je per minuut verplaatst, oftewel ventileert. Je totale ventilatie bestaat uit het aantal ademhalingen per minuut en je teugvolume, oftewel de diepte van je ademhalingen.

Ook de verhouding tussen je ventilatie en je zuurstofopname (VE/VO2) en tussen je ventilatie en je koolstofdioxide afgifte (VE/VCO2) wordt tijdens een ademgasanalyse gemeten. Beide zijn zeer belangrijke waardes voor de efficiëntie van je ademhaling:

  • VE/VO₂: hoeveel je moet ventileren om één liter zuurstof op te nemen in je weefsels.
  • VE/VCO₂: hoeveel je moet ventileren om één liter CO₂ kwijt te raken.

Aangezien ventileren energie kost willen we met zo min mogelijk ventilatie voldoende zuurstof opnemen en CO2 afgeven. Wanneer we spreken over een goede adem efficiëntie willen we tijdens een ademgasanalyse (zowel in rust als tijdens inspanning) dus een zo laag mogelijke VE/VO2 en VE/VCO2 zien.

Buitenom deze waardes voor adem efficiëntie meten we tijdens een ademgasanalyse de PETCO2. Deze waarde wordt beschreven als de partiele druk van CO2 in het laatste deel van je uitademing, wat een weerspiegeling geeft van de CO2 waarde in je bloed.
Bij een inefficiënte ademhaling ventileer je teveel en blaas je daarmee teveel CO2 uit, waardoor de CO2 waarde in je bloed daalt. Zoals in de vorige blog uitgelegd zorgt dit er tijdens inspanning voor dat de afgifte van zuurstof aan je spieren moeilijker gaat (Bohr-effect) met een vermindering van je prestatie tot gevolg.
Wanneer je echter ook in rust een inefficiënte ademhaling hebt en je dus eigenlijk de gehele dag (en nacht) teveel CO2 uitblaast daalt de CO2 waarde in je bloed stapsgewijs waardoor uiteindelijk ook je tolerantie voor CO2 daalt.

CO₂-tolerantie

Je ademhaling wordt grotendeels automatisch aangestuurd en er wordt vaak gedacht dat deze automatische ademprikkel wordt gestimuleerd door een tekort aan zuurstof. Dit is onder normale omstandigheden echter niet het geval aangezien het zuurstofgehalte in het bloed (bij gezonde personen) altijd tussen de 95 en 99% is.
Het is juist het gehalte aan CO2 in het bloed waardoor de ademhaling gestuurd wordt. In je lichaam bevinden zich veel sensoren, waarvan er een aantal het CO2 gehalte in je bloed meten. Een nieuwe ademprikkel wordt gegeven op het moment dat de CO2 waarde in het bloed de normwaarde voor CO2 overschrijdt. Deze normwaarde voor CO2 ligt opgeslagen in je ademcentrum en wordt ook wel je CO2 tolerantie genoemd. Deze CO2 tolerantie bepaalt dus hoe snel je brein reageert op een stijging van CO₂ in het bloed. Wanneer de norm wordt overschreden ga je sneller ademen om via de uitademing meer CO2 uit te blazen. Mensen met een lage CO2 tolerantie ademen dus zowel in rust als tijdens inspanning sneller en oppervlakkiger omdat hun ademcentrum al bij kleine CO₂-stijgingen het signaal geeft om meer te gaan ademen.

Hoe dit precies ontstaat en welke consequenties dit kan hebben voor je gezondheid en je sportprestaties lees je in de volgende blog!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *