Sports Motion lab

Als duursporter streef je vrijwel altijd naar vooruitgang. Voor de een kan deze vooruitgang zitten in het langer kunnen volhouden van een trainingsronde of het verminderen van de gevoelde mate van inspanning daarbij, terwijl de ander vooral vooruitgang wilt zien in zijn of haar wedstrijd prestaties.

Wanneer je fitter wilt worden is het belangrijk te weten waar nou precies het fundament ligt van duursport en welke aspecten de meeste invloed uitoefenen op het maken van progressie.
Er is veel onderzoek gedaan naar het fundament van duursporters en dit wordt in de artikelen van Joyner & Cole (2008) en Van der Zwaard et al. (2021) uitgebreid uiteen gezet.
De belangrijkste inzichten uit deze reviews worden in deze blog uiteen gezet.  

De wetenschappelijke literatuur stelt dat de twee belangrijkste fundamenten voor duurprestaties je zogenaamde ‘performance VO2’ en je efficiëntie van beweging zijn.
Met ‘performance VO2’ wordt de efficiëntie van het zuurstofverbruik in het lichaam tijdens inspanning bedoeld en wordt opgedeeld in twee meetbare componenten, namelijk de VO2max en de anaerobe treshold.
VO2max is het maximale vermogen van het lichaam om zuurstof op te kunnen nemen tijdens inspanning en de anaerobe treshold, ook wel lactaat treshold of de tweede ventilatoire treshold (VT2) genoemd, is het punt waarop het lichaam voornamelijk anaeroob energie gaat vrijmaken. Naast de anaerobe treshold hebben we ook nog de aerobe treshold, welke ook wel de eerste ventilatoire treshold (VT1) genoemd wordt.
Bij inspanning onder de aerobe treshold (VT1) wordt energie voornamelijk vrijgemaakt uit vetverbranding met gebruik van zuurstof en bij inspanning boven de anaerobe treshold (VT2) wordt energie voornamelijk vrij gemaakt uit koolhydraatverbranding zonder gebruik van zuurstof, meer hierover in een latere blog.
Je VO2max, aerobe treshold en anaerobe treshold bepalen uiteindelijk je duurprestatie en zijn allemaal goed meetbaar met behulp van een ademgasanalyse.
Het percentage van je VO2max waarop je een duur inspanning kunt volhouden wordt mede bepaald door je bewegingsefficiëntie.

Bewegingsefficiëntie staat voor de hoeveelheid energie die je verbruikt om een bepaalde snelheid te behouden en wordt bij hardlopers ook wel running economy genoemd.  
Je running economy kan in biomechanische zin gemeten worden door middel van 3D analyse apparatuur en wordt uitgedrukt in joules per kilogram per meter. Wanneer je je running economy weet en je op basis van data weet waar je efficiëntie verliest kan je aan de hand van loopscholing en specifieke krachttraining je running economy verbeteren. Hierdoor ga je op termijn efficiënter hardlopen en verbruik je dus minder energie op een bepaalde snelheid.

Overige factoren die invloed hebben op je duurprestatie zijn je spiervezeltype, de dwarsdoorsnede van je spiervezels, de capaciteit en efficiëntie van je mitochondriën (energiefabriekjes in de spier), je capilarisatie (efficiëntie van je bloedvaatjes), je myoglobine concentratie en je glycogeen opslag. Een aantal van deze factoren is goed trainbaar, terwijl een deel ook fysiologisch bepaald is. Meer over deze factoren in een toekomstige blog.

In de literatuur wordt gesteld dat je running economy, je VO2max en het percentage van de VO2max waarop jij een duurinspanning kunt volhouden samen zo’n 89 tot 95% van je duurprestatie bepalen! Onafhankelijk van je niveau is het dus zeker de moeite waard om inzicht te krijgen in hoe bovenstaande factoren er bij jou voorstaan zodat je ook jouw fundament als duursporter kunt optimaliseren!

Bronnen:

The Relationship Between Running Biomechanics and Running Economy: A Systematic Review and Meta‑Analysis of Observational Studies
Bas Van Hooren1 · Ivan Jukic2,3 · Maartje Cox1 · Koen G. Frenken1 · Iker Bautista4,5 · Isabel S. Moore 6. January 2024

Under the Hood: Skeletal Muscle Determinants of Endurance Performance
Stephan van der Zwaard1,2,3*, Franck Brocherie4 and Richard T. Jaspers 1,2. 04 August 2021 doi: 10.3389/fspor.2021.719434

Endurance exercise performance: the physiology of champions. Topical Review
Michael J. Joyner1 and Edward F. Coyle2. J Physiol 586.1 (2008) pp 35–44 35

Test of the classic model for predicting endurance running performance.
McLaughlin JE, Howley ET, Bassett DR Jr, Thompson DL, Fitzhugh EC. Med Sci Sports Exerc. 2010;42(5):991–7.
https:// doi. org/ 10. 1249/ MSS. 0b013 e3181c0669d